KBC Groep: Resultaat vierde kwartaal van 538 miljoen euro
Buiten beurstijd – gereglementeerde informatie*
Donderdag 11 februari 2021
- De commerciële bankverzekeringsfranchises in onze kernmarkten deden het goed.
- De nettorente-inkomsten daalden met 5% op kwartaalbasis en met 10% op jaarbasis. De daling op kwartaalbasis was voornamelijk te wijten aan het negatieve effect van lagere herbeleggingsrentes en een lagere eenmalige meevaller in verband met inflatiegerelateerde obligaties (verzekeringen). Die posten deden het positieve effect van de hogere marges op de nieuwe productie van woningkredieten meer dan teniet. Die marges waren hoger dan de marges op de uitstaande portefeuilles in België, Tsjechië en Slowakije. De daling ten opzichte van een jaar geleden hield voornamelijk verband met het negatieve effect van eerdere renteverlagingen door de CNB in Tsjechië, de waardevermindering op jaarbasis van de Tsjechische kroon en de Hongaarse forint ten opzichte van de euro en het negatieve effect van de lagere herbeleggingsrentes. Dat alles werd slechts voor een deel gecompenseerd door het positieve effect van TLTRO III en de depositotiering door de ECB, de ruimere toepassing van negatieve rentetarieven op bepaalde zichtrekeningen van bedrijven en kmo's en een grotere portefeuille aan kredieten en overheidsobligaties.
- De kredietvolumes bleven stabiel ten opzichte van het vorige kwartaal en stegen met 3% ten opzichte van een jaar geleden, met een groei op jaarbasis in alle divisies. Het volume van verstrekte kredieten met uitstel van betaling onder de verschillende steunregelingen bedroeg eind december 2020 13,4 miljard euro (EBA-definitie), waarbij een deel van die regelingen, voor een bedrag van 8,7 miljard euro, eind 2020 afliepen.
De deposito's - exclusief schuldbewijzen - stegen met 2% op kwartaalbasis en met 11% op jaarbasis, met een groei op jaarbasis in alle divisies. Deze cijfers zijn berekend op basis van een vergelijkbare scope. - De technische inkomsten uit onze schadeverzekeringsactiviteiten (premies min lasten, plus het resultaat uit afgestane herverzekering) daalde met 10% ten opzichte van het vorige kwartaal, voornamelijk als gevolg van hogere technische lasten (claims die geleidelijk terugkeren naar een normaler niveau en het effect van grote schadeclaims en stormschade in het vierde kwartaal). Ze daalden met 7% op jaarbasis, doordat de hogere premie-inkomsten meer dan tenietgedaan werden door hogere technische lasten. In totaal kwam de gecombineerde ratio voor het boekjaar 2020 uit op een uitstekende 85%. De verkoop van onze levensverzekeringsproducten steeg met 39% ten opzichte van het vorige kwartaal en met 23% ten opzichte van hetzelfde kwartaal vorig jaar.
- De nettoprovisie-inkomsten stegen (+3%) ten opzichte van het vorige kwartaal maar daalden met 10% jaar-op-jaar. Ten opzichte van het vorige kwartaal werd het positieve effect van de hogere vergoedingen uit vermogensbeheer en voor bankdiensten deels tenietgedaan door de hogere betaalde distributievergoedingen. Op jaarbasis daalden zowel de vergoedingen uit vermogensbeheer als de vergoedingen voor bankdiensten, terwijl de distributievergoedingen stabiel bleven.
- Het trading- en reëlewaarderesultaat bedroeg 80 miljoen euro, dat is 6% minder dan in het vorige kwartaal en 39% minder dan een jaar geleden. Over het geheel genomen is de sterke daling van het trading- en reëlewaarderesultaat in het eerste kwartaal van het jaar meer dan
gecompenseerd door het positieve trading- en reëlewaarderesultaat van de drie daaropvolgende kwartalen. - Alle andere inkomstenposten samen lagen 6% lager dan in het vorige kwartaal en 27% lager dan in hetzelfde kwartaal vorig jaar, vooral omdat in het afgelopen kwartaal een negatieve eenmalige post werd opgenomen in verband met een juridisch dossier uit het verleden in Tsjechië en er een bijkomend effect was in verband met de herziening van trackerhypotheken in Ierland.
- Als gevolg van kostenbesparingen daalden de kosten (exclusief bankenheffing) met 6% ten opzichte van een jaar geleden. In vergelijking met het vorige kwartaal stegen de kosten echter met 4%. De resulterende kosten-inkomstenratio bedroeg 59% voor het boekjaar 2020, tegenover 58% voor het boekjaar 2019 (wanneer bepaalde niet-operationele posten buiten beschouwing worden gelaten).
- De waardeverminderingen op kredieten bedroegen 57 miljoen euro in het vierde kwartaal, tegenover 52 miljoen euro in het vorige kwartaal en 75 miljoen euro in hetzelfde kwartaal een jaar geleden. In het vierde kwartaal werden de collectieve waardeverminderingen voor de coronacrisis licht aangepast (verminderd met 1 miljoen euro, na geactualiseerde macro-economische vooruitzichten en management overlay). Dat bracht die collectieve waardeverminderingen voor het volledige jaar op 783 miljoen euro. Bijgevolg bedroeg de kredietkostenratio voor het boekjaar 2020 0,60%, meer dan de 0,12% voor het boekjaar 2019. De waardeverminderingen op andere activa dan kredieten omvatten een eenmalige waardevermindering op software van 59 miljoen euro in het vierde kwartaal.
- Onze liquiditeitspositie bleef sterk met een LCR van 147% en NSFR van 146%. Onze kapitaalbasis bleef even sterk, met een fully loaded common equity ratio van 17,6% (d.w.z. na aftrek van het voorgestelde dividend van 0,44 euro per aandeel).
Johan Thijs, Chief Executive Officer
In 2020 werden we geconfronteerd met de uitbraak en de uitdagingen van de pandemie, die over de hele wereld menselijk leed veroorzaakt en leidt tot een ongeziene economische onrust. Onlangs is een aantal landen begonnen met de uitrol van een vaccinatieprogramma dat in de toekomst enige verlichting zou kunnen brengen. Ook wij hebben onze verantwoordelijkheid genomen om de gezondheid van ons personeel en onze klanten te vrijwaren en tegelijk hebben we ervoor gezorgd dat de dienstverlening gegarandeerd bleef. We hebben nauw samengewerkt met overheidsinstellingen om alle klanten te ondersteunen die door het coronavirus zijn getroffen, door op efficiënte wijze diverse steunmaatregelen aan te bieden, waaronder uitstel van kredietbetalingen. In onze zes kernlanden samen hadden we eind december 2020 in totaal voor 13,4 miljard euro uitstel van kredietbetalingen verleend (volgens de EBA-definitie) en hadden we ook 0,8 miljard euro aan leningen toegekend in het kader van de overheidsgarantieregelingen die als reactie op de pandemie zijn ingevoerd. Als gevolg van de lockdowns, die tot een verregaande digitale boost hebben geleid, is onze digitale verkoop aanzienlijk gestegen. In dat opzicht werpen de aanzienlijke investeringen die we de afgelopen jaren deden in digitale transformatie duidelijk vruchten af. Met onze vernieuwde strategie 'Differently, the next level' - waarin Kate, onze nieuwe persoonlijke digitale assistent op basis van AI een belangrijke rol speelt - gaan we nu nog een stap verder en maken we de interactie met onze klanten nog proactiever en toekomstbestendiger door gebruik te maken van data en artificiële intelligentie. We zijn van plan in de periode 2021-2023 nog eens 1,4 miljard euro te investeren in digitalisering.
Wat onze financiële resultaten betreft, hebben we in het laatste kwartaal van 2020 een nettowinst van 538 miljoen euro gerealiseerd. In dat laatste kwartaal daalden onze nettorente-inkomsten, terwijl ons trading- en reëlewaarderesultaat het goed deed. In het huidige klimaat van rentevoeten die langere tijd laag zullen blijven, heeft dit kwartaalresultaat ook duidelijk geprofiteerd van de diversificatie die het gevolg is van het geïntegreerde bankverzekeringsmodel van KBC. Dat was te zien in de hogere nettoprovisie-inkomsten en een mooi resultaat in schadeverzekeringen (knappe premiegroei en een uitstekende gecombineerde ratio van 85% voor het hele jaar). De kosten werden strak in de hand gehouden. Op jaarbasis zijn de exploitatiekosten exclusief bankenheffing met 4,2% gedaald ten opzichte van vorig jaar, voornamelijk dankzij de aangekondigde kostenbesparingen naar aanleiding van de pandemie. Als we het resultaat van dit kwartaal optellen bij dat van de eerste negen maanden van het jaar, komt ons nettoresultaat over heel 2020 uit op 1 440 miljoen euro.
Onze solvabiliteit bleef heel sterk, met een common equity ratio van 17,6%. In overeenstemming met de aanbeveling van de ECB van 15 december 2020 die de dividenduitkeringen beperkt, zullen we op de Algemene Vergadering van Aandeelhouders in mei van dit jaar een (bruto)dividend van 0,44 euro per aandeel voorstellen voor het boekjaar 2020, betaalbaar in mei 2021. Daarnaast is de Raad van Bestuur van plan om in het vierde kwartaal van 2021 een extra brutodividend van 2 euro per aandeel uit te keren over het boekjaar 2020. Wat dat laatste betreft, is de uiteindelijke beslissing van de Raad van Bestuur afhankelijk van de opheffing van dividendrestricties door de ECB.
Daarenboven, vanaf 2021 houdt ons dividendbeleid een uitkeringsratio in van ten minste 50% van de geconsolideerde winst van het boekjaar, waarvan een interim-dividend van 1 euro per aandeel dat in november wordt uitgekeerd. Bovenop de uitkeringsratio van ten minste 50% van de geconsolideerde winst zal al het kapitaal dat de referentiekapitaalpositie (een pre-Basel IV fully loaded common equity ratio van 14,5%) plus de managementbuffer van 1% overschrijdt, in aanmerking komen voor uitkering aan de aandeelhouders. Elk jaar zal de Raad van Bestuur die beslissing naar eigen goeddunken nemen bij de bekendmaking van de resultaten over het hele jaar.Tenslotte hebben we ook onze verwachtingen op lange termijn bijgewerkt. Tussen 2020 en 2023 streven we naar een samengestelde jaarlijkse groeivoet van ongeveer 2% voor de totale opbrengsten en ongeveer 1% voor de exploitatiekosten (exclusief bankenheffing). Daarnaast willen we tegen 2023 ook een gecombineerde ratio van 92% of lager bereiken.
Tot slot wil ik alle stakeholders die ons hun vertrouwen blijven schenken uitdrukkelijk bedanken. Ik wil ook mijn grootste waardering uitspreken voor al onze medewerkers, die van thuis uit en op andere locaties onze klanten zijn blijven bedienen en de goede werking van onze groep zijn blijven ondersteunen.
* Dit nieuwsbericht bevat informatie waarop de Europese transparantieregelgeving voor beursgenoteerde bedrijven van toepassing is.