Lage groei! Lage rente! Laag rendement?

  • Amerikaanse consument terug van weggeweest.
  • Europees herstel traag maar gestaag.
  • Federal Reserve en ECB staan diametraal tegenover elkaar.

De voorbije weken zette de wereldconjunctuur haar verbeterende trend door. De Amerikaanse groei stagneerde nog in het eerste kwartaal van 2014 door de uitzonderlijk koude Amerikaanse winter. Geruststellend is wel dat Joe Sixpack, na enkele jaren van afwezigheid door schuldafbouw, er weer staat. We verwachten een verder aantrekkende groei van 2,3% en 3% voor 2014 en 2015. Ook voor de EMU gaan we dat de conjunctuurheropleving zich doorzet. De groeicijfers beperken zich hier wel tot +1,2% en +1,7%. In de komende kwartalen zal de binnenlandse vraag in de EMU de rol van belangrijkste groeimotor van de netto-export overnemen.

De overgang van een investerings- naar consumptie gedreven economie inclusief een verdere liberalisering van de financiële markten blijft een groeivertragend effect hebben op de Chinese economie. En dat zal ook in de nabije toekomst niet veranderen. De Chinese overcapaciteit uit zich in een nu bijna drie jaar aanhoudende daling van de producentenprijzen. Door de Chinese Renminbi te depreciëren, waarmee een tijdelijke pauze werd ingelast in het tijdens de voorbije jaren gevoerde beleid van geleidelijke muntappreciatie, houdt die overcapaciteit aan. De Chinese export van deflatie is de belangrijkste oorzaak voor de globaal lage inflatiecijfers.

In Europa wordt de inflatie extra onder druk gezet door de loonmatiging in de probleemlanden, zwakke bankbalansen en vooral de sterke euro. De veel voorkomende associatie van lage of negatieve inflatie met krimpende economische activiteit blijkt, alleszins in deze conjunctuurcyclus, onterecht. Toch verwachten we dat de ECB maatregelen zal nemen om de inflatie van de huidige 0.7% terug richting de 2%-doelstelling te duwen. Potentiële maatregelen zijn een verlaging van de beleidsrente en een negatieve depositorente, aankoopprogramma van obligaties en/of gesecuritiseerde kredieten en nieuwe voorwaardelijke LTRO’s.

Een renteverhoging voor de ECB verwachten we ten vroegste eind 2016. Geldmarktrentes (en de rente op spaarboekjes) zullen nog een hele lange tijd quasi-nul blijven. Ook de stijging van de langetermijnrentevoeten zal beperkt blijven. Deels zullen de Europese rentevoeten de oplopende Amerikaanse langetermijnrentes wel volgen. Het toekomstige monetaire beleid van de Federal Reserve (Fed) staat diametraal tegenover dat van de ECB. We gaan uit van een eerste renteverhoging in de VS midden 2015. In welke mate de Fed zich aan haar belofte kan houden haar beleidsrente niet voor eind 2016 boven de 2% te duwen, hangt af van de evolutie van de krapte op de arbeidsmarkt en daarmee gepaard gaande looninflatie.

Op zoek naar rendement

Een razzia op rendement is wellicht de beste manier om de gebeurtenissen op de obligatiemarkten in de voorbije maanden te beschrijven. Alle obligaties waar nog enigszins spread te rapen viel, van bedrijfspapier tot perifere staatsobligaties, werden door de beleggers opgepikt waardoor het lopende rendement op deze producten steeds lager ging. Sinds de jaarwisseling, tegen de achtergrond van een wat haperend macro-plaatje, minder overtuigende bedrijfsresultaten en lagere inflatie, breidde de rally zich uit tot staatsobligaties in veilige havens. De renteniveaus zijn nu zodanig laag gezakt dat het voor beleggers tegelijkertijd moeilijk is maar ook simpel. Aartsmoeilijk omdat er vrijwel geen rendement meer te rapen valt; simpel omdat er nauwelijks nog scenario’s te bedenken zijn waar er met obligaties geld valt te verdienen. Mochten we op een nieuwe recessie afstevenen (wat we niet verwachten) zit er wellicht nog wat waarde in het echt veilige staatspapier (lees Bonds) maar botsen de meeste andere obligaties op uitlopende spreads. In het voor ons meest waarschijnlijke scenario van geleidelijk herstel is de minste rentestijging voldoende om de rendementen in het rood te duwen.

Voor beleggers rest er enkel de vlucht naar obligaties van groeilanden waar de storm wat geluwd is, het kaf van het koren is gescheiden en de markten terug oog krijgen voor relatief sterke economische en financiële fundamenten. De belegger vind er niet alleen substantieel hogere rentes maar, in de meeste gevallen ook, ondergewaardeerde munten.

Op middellange termijn bieden aandelen zonder meer de beste rendementsvooruitzichten: het dividendrendement van de meeste bedrijven ligt beduidend hoger dan de rente op staats-(en zelfs) bedrijfsobligaties. Het opleven van de fusie- en overnameactiviteit bevestigt enerzijds de sterke rendabiliteit van de ondernemingen en anderzijds geeft dit aan dat de bedrijvensector zelf de huidige waardering minstens aanvaardbaar blijft vinden. In Europa moeten de bedrijfswinsten anderzijds, na acht kwartalen zonder groei, toch dringend weer aanknopen met expansie. Vooral kleine en middelgrote ondernemingen, die meer profiteren van het herstel van de lokale economie en in Europa en minder last hebben van de dure euro, kunnen die sprong het snelst maken. We schuiven small en mid caps dan ook, samen met Aziatische aandelen en met de technologiesector, naar voren als de beste keuze.

 

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met:

Koen De Leus, Financieel analist – econoom – strategist, KBC Groep,

Tel +32 2 429 37 07 – E-mail [email protected]

Bernard Keppenne, Chief Economist, CBC Banque,

Tel +32 2 547 15 32 – E-mail [email protected]

Dirk Thiels, Head Investment Strategy, KBC Asset Management,

Tel +32 2 429 44 14 – E-Mail [email protected]

David Willems, Stratégiste, CBC Banque,

Tel +32 2 547 17 14 – E-mail [email protected]

Over KBC Group

Bij twijfel of discussie over de inhoud van deze persberichten geldt de versie gepubliceerd op www.kbc.com/nl/persberichten als enige referentietekst.

KBC Group
Havenlaan 2
B - 1080 Brussels
Belgium